Opmerkingen Heideveld

a. Opmerking bij de persoon Hendrik Willems Heijdeveld (1870 – 1818), generatie III

Persoon
Hendrik Willems Heijdeveld werkte als dagloner, waardoor zijn inkomsten erg onzeker waren en de levensomstandigheden van zijn gezin zeer armoedig moeten zijn geweest. Elke dag moest hij weer afwachten of er werk voor hem was. Daarnaast was het slecht boeren op de schrale zandgronden van de ‘Veluwe’. De boeren hadden er met hun gemengde bedrijven amper bestaansrecht. De verdiensten van zijn vrouw als spinster zullen niet hoog en regelmatig zijn geweest. Dat was hoogstwaarschijnlijk de belangrijkste reden voor hem om op zoek te gaan naar alternatieve bronnen van inkomsten. Die waren echter niet legaal.

Bijnaam
Hendrik Willems Heijdeveld heeft gedurende zijn leven een slechte reputatie opgebouwd. Zijn bijnaam was ‘De Schokker’, een naam die aangaf dat hij de gemoederen danig verstoorde en hij groeide uit tot de schrik van de omgeving. De schokker en zijn medeplichtigen braken in een hoog tempo in, soms meerdere keren per nacht. Het gene dat nodig was voor het dagelijkse levensonderhoud werd niet gekocht maar eenvoudigweg gestolen. Gedurende welke periode hij met zijn kompanen actief was is niet geheel duidelijk, wel was het gedurende een aantal jaren.

Burgemeesters
Uit correspondentie tussen de burgemeesters van Hattem en de wijde omgeving, die hierover voortdurend contact met elkaar onderhielden, bleek dat men wel in de goede richting zocht, maar de daders niet konden betrappen. Vrij snel dat hij door de rechtbank in Zwolle was vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, sloeg in de nacht van 12 op 13 juni 1813 het noodlot voor hem toe. Hij pleegde samen met Hannes (Kole) Machiel een inbraak in de schaapskooi van bouwman Berend Hulsbergen in Hattem. Er werden twee vette schapen gestolen. Terwijl zij bezig waren om deze te slachten werden zij door de schaapsherder betrapt en herkend. Hendrik en Hannes sloegen op de vlucht terwijl de nachtwaker hen achtervolgde. Deze keer was er echter geen ontkomen aan.

Berechting
Uit documenten, gedateerd in 1812, blijkt dat na zijn arrestatie diefstallen door hem werden bekend die voordien aan andere personen waren toegeschreven of nog onopgelost waren. In kleine steden en dorpen waren geen gevangenissen waar langdurig gestraften konden worden opgesloten. Daarom werd hij voor zijn berechting naar Arnhem overgebracht, het kanton waar Hattem en Heerde onder vielen. In Arnhem werd hij tot
12 jaar tuchthuis veroordeeld, een straf die hij in het Belgische Vilvoorde moest uitzitten. Voordat hij naar Vilvoorde vertrok werd hij in Arnhem enkele uren op het schavot te kijk gezet.

Detentie
Hij arriveerde op 10 januari 1814 in Vilvoorde waar hij werd ingeschreven. In het gevangenisregister staat hij als ‘journalist’ te boek en dat hij een straf van 15 jaar moest uitzitten. Dit zijn wellicht verschrijvingen door de betrokken ambtenaar.

Persoonsbeschrijving
Uit de persoonsbeschrijving blijkt dat Hendrik lang en mager was met donkerblond haar, een kleine neus en grijze ogen. Voor zijn vrouw Fennigje(n), hoogzwanger van haar vijfde kind, veranderde er in korte tijd erg veel. Inkomsten die voordien vrijwel nihil waren vielen nu volledig weg. Zij zal zonder twijfel door familie en buren zijn geholpen om deze moeilijke jaren door te komen.

Overlijden
Hendrik overleed op 27 oktober 1818 in zijn cel om omstreeks zes uur in de ochtend. Als doodsoorzaak wordt ziekte aangegeven. Aan welke ziekte hij overleed is onbekend, maar we mogen aannemen dat de slechte omstandigheden voor deze buitenman in een kleine cel met minieme kijkgaten die naar boven waren gericht, de oorzaak van zijn overlijden waren.

Dochter
Alhoewel Hendrik sinds 10 januari 1814 in detentie verblijft (Vilvoorde, België), wordt Hendrikjen Heideveld (1817 – 1851) ingeschreven als zijn dochter. (Zie ook generatie IV-6).